Boek schrijven: AVI-leesniveaus uitgelegd: wat je moet weten als je een kinderboek wilt schrijven
Wil je een kinderboek schrijven dat écht aansluit bij de leesvaardigheid van kinderen? Dan is het essentieel om de AVI-leesniveaus te begrijpen. Deze niveaus helpen je als schrijver om je taalgebruik, zinslengte en woordenschat af te stemmen op jonge lezers. In deze blog leg ik je uit wat AVI-niveaus zijn en hoe je ze toepast.
Wat zijn AVI-leesniveaus?
AVI staat voor Analyse van Individualiseringsvormen. Het is een systeem dat sinds de jaren '70 in Nederland wordt gebruikt om het leesniveau van kinderen te meten. Elk AVI-niveau geeft aan hoe moeilijk een tekst is qua woordgebruik en zinsstructuur. In totaal zijn er 12 AVI-niveaus, van AVI-Start (voor beginnende lezers in groep 3) tot AVI-Plus (voor gevorderde lezers vanaf groep 8).
Overzicht van AVI-niveaus en bijbehorende schoolgroepen:
AVI-niveau | Schoolgroep | Leeftijd |
AVI-Start | Begin groep 3 | 6 jaar |
AVI-M3 | Midden groep 3 | 6-7 jaar |
AVI-E3 | Eind groep 3 | 7 jaar |
AVI-M4 | Midden groep 4 | 7-8 jaar |
AVI-E4 | Eind groep 4 | 8 jaar |
AVI-M5 | Midden groep 5 | 8-9 jaar |
AVI-E5 | Eind groep 5 | 9 jaar |
AVI-M6 | Midden groep 6 | 9-10 jaar |
AVI-E6 | Eind groep 6 | 10 jaar |
AVI-M7 | Midden groep 7 | 10-11 jaar |
AVI-E7 | Eind groep 7 | 11 jaar |
AVI-Plus | Eind groep 8 en hoger | 12 jaar en ouder |
Waarom zijn AVI-niveaus belangrijk voor kinderboekenschrijvers?
Als schrijver wil je dat kinderen jouw boek met plezier kunnen lezen. Een boek dat te moeilijk is, frustreert. Een boek dat te gemakkelijk is, verveelt. Door je tekst af te stemmen op een specifiek AVI-niveau, vergroot je de kans dat je verhaal écht gelezen wordt.
Enkele voordelen van schrijven op AVI-niveau:
- Je sluit aan bij het onderwijs en de leesmethode op scholen.
- Je maakt je boek aantrekkelijker voor ouders en leerkrachten die op zoek zijn naar passend lesmateriaal.
- Je vergroot de kans dat je boek wordt uitgegeven, zeker als je kunt aantonen dat het bij een specifiek niveau past.
Hoe weet je op welk AVI-niveau je schrijft?
Er zijn verschillende manieren om je tekst te toetsen op AVI-niveau:
- Zelf testen met richtlijnen. Let op zinslengte, woordlengte en de frequentie van moeilijke woorden.
- Gebruik online tools. Zoals de AVI-analyse van Cito, een organisatie die al decennialang de AVI-systematiek ontwikkelt.
- Schakel een professional in. Veel redacteurs of bureaus kunnen een AVI-analyse doen van jouw manuscript.
Waar moet je op letten bij het schrijven? – per AVI-niveau uitgelegd
Hieronder vind je richtlijnen per AVI-niveau. Zo kun je als schrijver precies zien welk taalgebruik, welke zinslengte en welke inhoud past bij de leesontwikkeling van kinderen.
AVI-Start (begin groep 3, ca. 6 jaar)
- Zinslengte: zeer kort (3–5 woorden).
- Woorden: klankzuivere eenlettergrepige woorden (vis, kat, bus).
- Inhoud: eenvoudige situaties uit het dagelijks leven.
- Tips: Gebruik herhaling en laat illustraties veel ondersteunen.
AVI-M3 (midden groep 3)
- Zinslengte: kort (5–7 woorden).
- Woorden: eenvoudige éénlettergrepige woorden, beginnende tweeklanken (boom, neus).
- Inhoud: nog steeds heel concreet en herkenbaar.
- Tips: Werk met korte zinnen op nieuwe regels.
AVI-E3 (eind groep 3)
- Zinslengte: iets langer (6–8 woorden).
- Woorden: simpele tweelettergrepige woorden (lopen, eten).
- Inhoud: basisverhaaltjes, bijvoorbeeld over school of dieren.
- Tips: Begin voorzichtig met dialoog.
AVI-M4 (midden groep 4)
- Zinslengte: 8–10 woorden.
- Woorden: samengestelde woorden (stoelpoot, zandbak).
- Inhoud: iets complexere situaties of probleempjes.
- Tips: Bouw lichte spanning in.
AVI-E4 (eind groep 4)
- Zinslengte: tot 10–12 woorden.
- Woorden: mix van eenvoudige en iets complexere woorden.
- Inhoud: gebeurtenissen met een duidelijk begin-midden-einde.
- Tips: Gebruik eenvoudige voegwoorden (maar, toen).
AVI-M5 (midden groep 5)
- Zinslengte: tot 12–14 woorden.
- Woorden: ook minder frequente woorden mogelijk.
- Inhoud: probleemoplossing, spanning, humor.
- Tips: Gebruik meerdere personages en korte hoofdstukken.
AVI-E5 (eind groep 5)
- Zinslengte: 14–16 woorden.
- Woorden: gevarieerder, langere woorden.
- Inhoud: verhalen met conflict of centrale vraag.
- Tips: Experimenteer met spanning en hoofdstukovergangen.
AVI-M6 (midden groep 6)
- Zinslengte: 16–18 woorden.
- Woorden: abstracter (gevoel, idee).
- Inhoud: complexere personages.
- Tips: Begin met innerlijke beleving van hoofdpersonage.
AVI-E6 (eind groep 6)
- Zinslengte: tot 20 woorden.
- Woorden: ook leenwoorden mogelijk.
- Inhoud: verhaallijnen met lagen.
- Tips: Experimenteer met tijd en perspectief.
AVI-M7 (midden groep 7)
- Zinslengte: 20–22 woorden.
- Woorden: bijzinnen, bijvoeglijke naamwoorden.
- Inhoud: thema’s als vriendschap, dilemma’s.
- Tips: Introduceer symboliek of metaforen.
AVI-E7 (eind groep 7)
- Zinslengte: tot 24+ woorden.
- Woorden: grote variatie in taalgebruik.
- Inhoud: avonturen, identiteit, onrecht.
- Tips: Werk met meerdere lagen en subplots.
AVI-Plus (eind groep 8 en hoger)
- Zinslengte: onbeperkt, mits goed gestructureerd.
- Woorden: volwassen taalgebruik mag, mits begrijpelijk.
- Inhoud: thema’s als verlies, groepsdruk, verantwoordelijkheid.
- Tips: Denk aan verhalen die ook brugklassers aanspreken.
Wil jij een kinderboek schrijven dat écht past bij je doelgroep?
Bij Het Schrijvershuis help ik je stap voor stap van idee naar verhaal — inclusief advies over AVI-niveaus, dialogen en taalgebruik. Boek nu een gratis kennismakingsgesprek via https://perdiep.nl/kennismaken.